De veranderende mindset over werken: van plicht naar passie
De manier waarop we over werk denken is de afgelopen decennia flink veranderd. Waar werk vroeger werd gezien als een middel om te overleven of voor stabiliteit te zorgen, draait het tegenwoordig steeds vaker om persoonlijke groei, voldoening en flexibiliteit. Deze verschuiving in werkmentaliteit heeft invloed op zowel de manier waarop we werken als verwachtingen die we van ons werk en werkgevers hebben. Maar hoe is deze mindset over de jaren heen veranderd, en wat betekent dit voor de toekomst?
Werk als plicht: de generatie van stabiliteit
Voor de oudste generaties, zoals de Silent Generation en Babyboomers, stond werk grotendeels in het teken van stabiliteit en verantwoordelijkheid. In een tijd waarin economische stabiliteit niet vanzelfsprekend was, bood een vaste baan financiële zekerheid.
Na de Tweede Wereldoorlog, een periode waarin met name de Silent Generation en vroege Babyboomers opgroeiden, ontstond een werkethos waarbij loyaliteit aan één werkgever de norm was. Carrières werden vaak binnen één organisatie opgebouwd, met doorgroeimogelijkheden binnen de hiërarchie en beloningen zoals salarisverhogingen en extra voordelen, bijvoorbeeld een pensioenregeling. Het idee van werk als een bron van plezier of persoonlijke vervulling was niet vanzelfsprekend. Het was vooral een middel om financiële zekerheid te hebben.
De generatie X: werk en balans
Met de komst van Generatie X, die opgroeide in de jaren ’70 en ’80, begon de werkmentaliteit langzaam te verschuiven. Hoewel stabiliteit en hard werken nog steeds belangrijk waren, kwam er meer aandacht voor een balans tussen werk en privéleven.
De opkomst van technologie, zoals computers en later het internet, veranderde de manier waarop werk werd georganiseerd. Hierdoor ontstonden er meer mogelijkheden om flexibel te werken, waardoor de traditionele 9-tot-5-mentaliteit minder strikt werd. Werk hoefde niet per se meer op een vaste locatie of binnen vaste kantooruren plaats te vinden.
Daarbij werd het werken niet meer alleen gezien als een middel dat financiële zekerheid verschafte, maar bood een baan steeds meer ruimte voor persoonlijke ontwikkeling.
Millennials: werk als passie en doel
De grootste verschuiving in werkmentaliteit vond plaats met de Millennials (Generatie Y), die in de jaren ‘90 en vroege 2000 opgroeiden. Voor hen was werk niet alleen een middel om financieel te overleven, maar ook een manier om hun persoonlijke waarden en passie uit te drukken.
Betekenis, zingeving en persoonlijke groei zijn voor deze generatie belangrijke factoren bij hun keuze voor een baan. Zij zoeken werk dat hen niet alleen financiële stabiliteit biedt maar hen ook motiveert en uitdaagt. Hierdoor is er een grotere vraag naar flexibele werkmodellen, zoals thuiswerken, freelance werk en zelfs volledig digitaal werken ontstaan. Volledig digitaal werken, zodat iemand geen fysieke werkplek meer nodig heeft en volledig op afstand kan werken, louter met een laptop en internetverbinding.
Generatie Z: flexibiliteit en zelfexpressie
De jongste generatie, Gen Z, lijkt de trend voort te zetten en legt daarbij nog meer nadruk op flexibiliteit en zelfexpressie. Gen Z zoekt werk dat hen niet alleen financieel ondersteunt, maar hen ook in staat stelt om hun persoonlijke identiteit en waarden uit te dragen. Flexibiliteit, inclusiviteit, en maatschappelijke verantwoordelijkheid zijn kernwaarden voor deze generatie.
Ze verwachten dat hun werkgever hen de ruimte biedt om hun eigen werktijden te bepalen, in plaats van vast te zitten aan traditionele 9-tot-5-kantoortijden. Daarnaast willen ze graag bijdragen aan een breder maatschappelijk doel.
De toekomst van werk: flexibiliteit, betekenis en passie
De veranderingen in werkmentaliteit laten zien dat werk steeds minder draait om plicht en steeds meer om passie, voldoening en zelfontplooiing.
Flexibiliteit, mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling en een focus op betekenisvol werk worden steeds belangrijker bij het aantrekken en behouden van talent. Werkgevers die inspelen op deze behoeften, zullen niet alleen een voorsprong hebben bij de nieuwste generatie werknemers, maar ook bij eerdere generaties die met deze veranderingen zijn meegegroeid.
Als iemand die zelf tot Generatie Z behoort en samenwerkt met mensen van Generatie X tot en met Z, heb ik ervaren hoe de verschillende werkmentaliteiten in een organisatie zich tot elkaar verhouden. Elke generatie heeft zijn eigen kijk op werk, gevormd door de tijd waarin ze is opgegroeid. Wat mij is opgevallen, is dat we ondanks of misschien wel juist dankzij de verschillen, veel van elkaar kunnen leren. De toewijding en het werkethos van oudere generaties gecombineerd met de flexibiliteit en creatieve mindset van jongere generaties kunnen zorgen voor een dynamische en inspirerende werkomgeving.
Uiteindelijk is het niet zozeer een strijd tussen generaties, maar eerder een ontwikkeling die ons de mogelijkheid biedt samen te ontdekken hoe werk ons niet alleen zekerheid kan bieden, maar ook voldoening, groei en zingeving.
Werken doen we niet meer alleen om rond te kunnen komen, maar ook om iets bij te dragen aan de maatschappij en voldoening te halen uit wat we doen. En dat is een mooie ontwikkeling.
Jessica Ouwens, Marketing & Communicatie